Zes ‘richtingorganisaties’, waaronder Driestar educatief, belegden op 24 juni samen met de VO-Raad, PO-raad en Stichting School en Veiligheid een talkshow over burgerschapsonderwijs. Scholen van diverse richtingen presenteerden hun ervaringen met burgerschapsonderwijs en werden bevraagd door deskundigen.
Vanuit het reformatorisch onderwijs kwamen de Jacobus Fruytier scholengemeenschap en de Juliana van Stolbergschool uit Kapelle aan het woord. Het was een echte oefenplaats voor burgerschap – zoals elke school dat ook moet zijn volgens de wet die deze week is aangenomen. Hieronder een paar oneliners die ik oppikte uit deze middag. Hopelijk helpen ze je verder in het ontwikkelingsproces op je eigen school.
“Als je hier hoort wat er allemaal op de scholen gedaan wordt dan hebben we helemaal geen probleem rond burgerschap.”
Verschillende scholen kwamen met mooie voorbeelden van activiteiten en visies. Er was een bevlogen verhaal over burgerschap in het vak Nederlands op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap. Een spreekster uit het openbaar onderwijs geeft een mooi voorbeeld hoe leerlingen kennismaken met verschillende religies en daarover in gesprek zijn met elkaar. Op De Amsterdamse Mavo is burgerschap zelfs de dragende kracht van het hele curriculum. Prachtig allemaal. Toch klinkt ook door dat de praktijk in veel gevallen erg weerbarstig is. Niets vreemd dus als dat ook de ervaring op jouw school is.
“Burgerschap is geen vak, maar het vraagt wel vakmanschap.”
Niemand pleitte voor een afzonderlijk vak: burgerschap is een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs. Maar dat vraagt nogal wat van de leraar. We kunnen er niet vanuit gaan dat iedere docent in staat is om het thema burgerschap op een goede manier in te weven in het onderwijs. De leerkracht die in een kleuterklas een prentenboek over een levensthema uit het kinderleven bespreekt, moet het vakmanschap bezitten om die bespreking tot een echte ontmoeting te maken. Hanna de Jong-Markus, die als deskundige aan tafel zat, pleitte daarom voor expliciete aandacht voor burgerschapsonderwijs op de pabo’s en lerarenopleidingen.
“Burgerschap is een groot en breed thema, maar het is een kleine praktijk.”
Het bovengenoemde gesprek naar aanleiding van het prentenboek is maar een klein onderdeel van al die honderden keren dat de leerlingen tijdens hun schoolloopbaan met burgerschapsthema’s in aanraking komen. Als ieder teamlid zich bewust is van de alledaagse mogelijkheden en die gebruikt, zullen de leerlingen ‘als vanzelf’ (daar valt meer over te zeggen, natuurlijk) groeien in goed christelijk burgerschap. Dat gebeurt! Het helpt daarbij als je als team een visie op burgerschap in relatie tot de identiteit van de school hebt. Nog mooier als het onderwerp het hart van de docent heeft. Planmatig en doelgericht daarbij stilstaan kan de blinde vlekken boven tafel brengen, en helpt ook steeds opnieuw het onderwijs te ijken aan de actualiteit. Maar vergeet bij dat alles niet die ‘kleine praktijk’.
“Maak voor leerlingen inzichtelijk wat ze doen.”
Juist omdat het zo’n breed thema is, is burgerschap voor leerlingen (en leraren) vaak moeilijk grijpbaar en is het ook niet eenvoudig om hun eigen groei zichtbaar te maken. Het thema beklijft als leerlingen iets maken wat hun hele schoolcarrière meegaat, wat onderdeel is van ouder-kindgesprekken of mentorgesprekken, en waaraan ze zelf kunnen zien hoe ze gegroeid zijn.
“Iedereen doet mee.”
Als een school de thema’s voor burgerschapsonderwijs heeft benoemd en heeft gespreid over de verschillende leerjaren, dan moet ook elk vak daaraan bijdragen. Op De Amsterdamse Mavo bijvoorbeeld behandelt elk vak minimaal een keer per kwartaal een thema (of organiseert een activiteit) uit de burgerschapslijn. Dat thema of die activiteit komt er niet bovenop, maar is integraal onderdeel van het curriculum van het betreffende vak. Zo wordt burgerschap geen eiland of aanhangsel, maar ruggengraat van het onderwijs.
Verder nadenken over burgerschapsonderwijs op jouw school? Neem contact op met Henk Vermeulen, regisseur identiteit en vorming.