Gillend, duwend en trekkend lopen de leerlingen van groep 7 naar de plek waar ze een rij moeten maken om naar binnen te gaan. De pauze zit erop. Niels geeft Jan nog snel een duw en haakt een pootje bij Erik. Dat hadden die twee verdiend! Dan komt de juf er aan en zegt: “Niels dat doen we hier niet, je weet wat de afspraken zijn, blijf van de ander af!” Niels zegt gelijk: “Ze deden het ook bij mij en van mijn ouders mag ik terugslaan of schoppen, juf, dat doe ik thuis ook.”
(On)gewenst gedrag
(On)gewenst gedrag van kinderen, we hebben er als ouders en leerkrachten dagelijks mee te maken. Ouders (behalve die van Niels dan!) en leerkrachten willen graag sociale harmonie in de groep en zien ook graag dat een kind zorg draagt voor de groep waar het bij hoort. Het kenniscentrum van Hogeschool Amsterdam heeft in een literatuurstudie over ouderbetrokkenheid aangetoond dat kinderen van betrokken ouders positiever gedrag naar leeftijdsgenoten en volwassenen laten zien. Dat zorgt voor een positief pedagogisch klimaat in de groep. Betrokkenheid van ouders is dus van belang. Het gedrag thuis en op school moet ook veel overeenkomsten vertonen, volgens Leo Pauw. Hij geeft aan dat het beter is voor de gedragsontwikkeling van kinderen als er meer samenhang tussen de omgangs-en opvoedingsstijlen thuis en op school aanwezig is.
Het is dus raadzaam dat school en ouders van elkaars opvoedingsideeën over gedrag op de hoogte zijn, want alleen dan kunnen zij hieraan vorm geven. Zo krijg je herkenbaar gedrag voor de kinderen thuis en op school, omdat je als ouders en leerkrachten dit laat zien en voorleeft. Ga dus met elkaar het gesprek over gedrag aan.
Hoe kun je dat het beste doen?
Organiseer minimaal twee ouderavonden over gedrag. Plan de eerste avond aan het begin van het schooljaar en de tweede avond na de herfstvakantie. Op allebei de avonden is het hele team aanwezig. Op beide avonden staat ‘waarom, hoe en wat gaan we doen’ centraal. Begin de eerste avond met een gedragsvoorbeeld uit de praktijk van een ouder en van een leerkracht. Dit schept betrokkenheid en laat duidelijk zien waarom we samen voor gewenst gedrag gaan. Daarna worden er groepen gevormd van ouders en leerkrachten. Per groep zijn er twee gespreksleiders, een ouder en een leerkracht. De groepen krijgen de opdracht om twee belangrijke gedragsregels op te stellen en te bespreken waarom deze belangrijk zijn. De regels worden verzameld en de meest genoemde regel is het uitgangspunt voor de volgende groepsopdracht. De groepen gaan weer bij elkaar zitten en krijgen de opdracht om deze regel praktisch uit te werken. Daarin komen de volgende vragen aan bod:
- Wat gaat al goed?
- Wat kunnen we nog meer bereiken?
- Hoe gaan we die stap met elkaar zetten?
Aan het einde van de avond wordt alles verzameld en aan alle aanwezigen de vraag gesteld wat zij meenemen van deze avond. Alle uitkomsten worden vervolgens verwerkt in een plan voor de school. In de loop van de week gaan de leerkrachten de uitgewerkte regel in de groepen bespreken. Het waarom, hoe en wat staat ook dan centraal.
Tijdens de tweede avond wordt teruggeblikt op de afgelopen periode en worden ervaringen uitgewisseld over ‘de regel in de praktijk’. We kijken met elkaar of de regel bijgesteld moet worden, en of er een nieuwe regel opgesteld kan worden. Zo ja, dan volgen we dezelfde procedure als de eerste avond. Aan het eind kijken we hoe de deze aanpak verder gaan borgen.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Het gevolg van deze avonden is dat we als ouders en leerkrachten met elkaar in gesprek blijven. Het werken aan gedrag is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Van kinderen thuis en op school kunnen we hetzelfde gedrag verwachten, omdat volgens Leo Pauw, de ondersteuning van gewenst gedrag in verschillende contexten beter zal beklijven.
De volgende keer als Niels zegt: “Juf, ik mag van mijn ouders terugslaan en schoppen”, is het antwoord van de juf kort en duidelijk. “Nee Niels, we hebben met je ouders andere afspraken gemaakt en daar spreek ik je op aan en je ouders doen dat ook.”
Een duidelijke en herkenbare boodschap voor Niels!
Heb je vragen of een opmerking? Laat het me weten en stuur een e-mail.