12 mei 2022

De leerlijn burgerschap is er – en nu?

De nieuwe leerlijn burgerschap is er. Een mooi instrument dat scholen helpt bij het vormgeven van de wettelijke opdracht tot doelgericht en samenhangend burgerschapsonderwijs. Hoe nu verder? Hoe ga je ermee aan de slag? Henk Vermeulen blogt over de meest vruchtbare route.

Een aantal weken geleden publiceerde de Stichting Leermiddelen Reformatorisch Onderwijs een leerlijn burgerschapsonderwijs: www.leerlijnburgerschap.nl. De leerlijn is ontwikkeld door collega’s van Driestar onderwijsadvies en KOC Diensten. Het terrein van dit vormingsthema wordt in kaart gebracht: onderwerpen, tussendoelen, einddoelen, kennis, vaardigheden, attitude, visie, enz. Het is een instrument dat de scholen helpt bij het vormgeven van de wettelijke opdracht tot doelgericht en samenhangend burgerschapsonderwijs. Maar hoe nu verder? 

In een bureaula

De manier waarop scholen met deze leerlijn aan de slag gaan zal verschillen. De minimale variant is dat het mooi opgemaakte document van de SLRO zorgvuldig in een bureaula wordt gelegd, dat de teamleden tegen elkaar zeggen dat ze al heel veel doen aan burgerschap, en dat de leerlijn uit de la gehaald wordt als de inspecteur vraagt hoe de school het burgerschapsonderwijs vorm geeft. Dat is een niet erg vruchtbare route. Daarmee mist de school immers de kans die burgerschapsonderwijs biedt om weer eens met elkaar over de kernopdracht van de school – vorming van leerlingen- te praten. 

Er ‘even’ bij doen

Een andere variant zou kunnen zijn dat alle leerkrachten het SLRO-pakket krijgen uitgereikt met de boodschap: ga ermee aan de slag. Dat klinkt niet heel vreemd. De leerdoelen zijn voor elk thema per twee leerjaren uitgewerkt, dus een leerkracht kan nagaan welke thema’s en doelen deze leerlijn voorstelt voor de leerlingen van zijn groep. Toch is ook dat volgens mij geen erg vruchtbare route, al was het maar omdat de leerkrachten zo veel aan hun hoofd hebben dat ze dit er niet ‘even’ bij kunnen doen. 

Hoe dan wel?

Hoe dan wel? De meest vruchtbare route verloopt langs deze weg: bewustwording, informatie, enthousiasmering en handvatten. Ik droom van een studiedag waarop alle leerkrachten aanwezig zijn. Ze hoeven zich die dag niet met andere dingen bezig te houden zodat ze helemaal gefocust kunnen zijn op het burgerschapsonderwijs. En dan is er een drieslag:

  1. Ze worden bijgepraat en uitgedaagd tot meedenken: wat verstaan we onder burgerschap en burgerschapsonderwijs? Hoe past dat bij de visie en missie van ons onderwijs? Wat vraagt de overheid van ons? De start ligt bij het pedagogische hart van de leerkracht: die hoopt haar of zijn leerlingen te vormen tot zelfstandige mensen die … (en daar valt een heleboel over te zeggen).
  2. De leerkrachten krijgen informatie: hoe zit die leerlijn in elkaar? Waarom zijn deze keuzes gemaakt? Hoe is de opbouw van groep 1 naar groep 8? Natuurlijk stelt elke leerkracht zich meteen de vraag hoe dat in zijn of haar groep concreet werkt. Dus kijken ze uit naar de derde gang:
  3. De leerkrachten gaan aan de slag. In een aantal workshops komen enkele thema’s van de leerlijn aan de orde: samen, verschillen, schepping, digitaal, democratie, wereld. De deelnemers van de workshops zijn opgesplitst per bouw, want het gaat om hun eigen leerlingen en om hun eigen lessen. Ze maken kennis met concrete voorbeelden en gaan zelf aan de slag om lessen te (her)ontwerpen zodat ze bijdragen aan de doelen van burgerschap. Dat zijn geen speciale lessen, maar gewoon wat morgen op het rooster staat. Bijna elk schoolvak en elke pedagogische situatie heeft immers aangrijpingspunten voor burgerschap. 

Aan het eind van de dag gaan de leerkrachten naar huis met een gevuld hart en een gevuld hoofd. Ze zijn zich bewust van het feit dat ze met dit thema werkelijk de vorming van hun leerlingen kunnen dienen. En ze hebben concrete handvatten hoe ze daaraan vorm kunnen geven.

 

Mee dromen over zo’n dag – in welke vorm dan ook? Neem contact op met Henk Vermeulen