Er is dringend behoefte aan nieuwe directeuren. Die behoefte is er al jaren. Is het probleem nog oplosbaar of is het te ingewikkeld geworden? Of is de functie zelf complex? ‘Dat speelt een rol. Tegelijkertijd zijn er mensen die deze functie zeker ambiëren’, aldus Leen Ruijgrok, onderwijsadviseur bij Driestar educatief.
Dit artikel verscheen eerder in DRS Magazine.
Zo’n vijf procent van de Nederlandse basisscholen heeft geen directeur. Procentueel gezien is dit zelfs groter dan het lerarentekort. Het venijn zit hem echter in de staart, want de komende jaren wordt een uitstroom aan schoolleiders verwacht vanwege pensionering. Het tekort zal dus alleen maar groter worden. Dit geldt ook voor het protestants-christelijk en reformatorisch onderwijs. Ruijgrok: ‘Het is een grote verantwoordelijkheid, er wordt veel van je verwacht en in de achterliggende jaren zijn er steeds meer taken bijgekomen. Daarnaast is de vijver van potentiële schoolleiders niet zo groot.’
Ingewikkeld
Met de komst van de lumpsum in 2006 en door de decentralisatie is de functie van directeur veranderd. Daarvóór stippelde het bestuur een lijn uit en was de directeur verantwoordelijk voor de uitvoer ervan. In de loop der tijd zijn er echter steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij de schoolleider neergelegd. Hij heeft immers meer onderwijskundige kennis en besturen bestaan vaak uit vrijwilligers.
‘Vanaf die tijd geeft de directeur niet alleen onderwijskundig leiding aan school’, vertelt Ruijgrok, ‘maar heeft hij ook op het gebied van bestuurlijke zaken en management meer verantwoordelijkheden gekregen. Dat elke directeur ook nog een paar dagen les kan geven is echt verleden tijd.’
Hoe complex de directietaken zijn, weet Ruijgrok uit eigen ervaring. ‘Ik was nog maar 27 toen ik als directeur begon. Achteraf wellicht nog te jong’, zegt Ruijgrok nadenkend. ‘Je bent als directeur verantwoordelijk voor je team, voor de leerlingen, voor de kwaliteit en nog veel meer zaken. Als een collega niet zo goed functioneert, heb je daar je handen al vol aan. Je kunt echter ook te maken krijgen met ingrijpende zaken als een sterfgeval van een collega, ouder of kind of een uithuisplaatsing van een leerling. Achteraf heb ik altijd gezegd: “Als ik vooraf wist wat het zou brengen, was ik er nooit aan begonnen.” Gelukkig wist ik dat toen niet, want ik heb er ook nooit spijt van gehad. Het is een mooie taak, waarin je veel kunt betekenen voor kinderen, collega’s en ouders.’
Jezelf leren kennen
Hoewel het vak gecompliceerd is, is Ruijgrok ervan overtuigd dat potentiële schoolleiders niet als een berg tegen de taak hoeven op te zien. ‘Driestar educatief is vertegenwoordigd in een samenwerking van zeven scholen die samen nieuwe schoolleiders opleiden, Penta Nova. ‘Elk jaar zijn er mensen die zich aanmelden voor de opleiding. Mensen willen nog schoolleider worden.’ Een belangrijk aspect dat centraal staat bij de opleiding is het beter leren kennen van jezelf. Wat zijn kwaliteiten en wat zijn valkuilen? Een assessment kan hier bij helpen. ‘Je weet dan al waar je gericht aan kunt werken. Mensen weten niet altijd wat hun leerpunten zijn. Niet omdat ze het niet willen of hun best niet doen, maar omdat het soms een blinde vlek is waar anderen je op moeten wijzen’, vertelt Ruijgrok. ‘Leidinggeven aan anderen begint altijd met leidinggeven aan jezelf. Om aan jezelf leiding te geven, moet je jezelf ook kennen.’
Naast de opleiding van Penta Nova biedt Driestar educatief ook op de pabo een minor aan om kennis te maken met leidinggeven. ‘Die minor is bedoeld om aan het vak te ruiken. Je ziet wel dat meerdere van de studenten die dit volgen later een leidinggevende functie krijgen’, zegt Ruijgrok.
Spin in het web
Als nieuwe schoolleider treed je in de voetsporen van je voorganger. Soms kan dat een verbetering zijn voor de school en ontvangt het team de directeur met open armen. Ze kunnen de schoolleider echter ook met argusogen bekijken. ‘Soms is iemand lang directeur geweest op een school en verwacht het team dat de nieuwe directeur dezelfde aanpak heeft, maar dan wel met dat beetje extra dat hij fouten kan herstellen’, vertelt Ruijgrok. ‘Teams kunnen daardoor te hoge verwachtingen hebben, die bij de nieuwe schoolleider extra druk geven. Het gebeurt weleens dat een nieuwe directeur dan vrij snel op zoek gaat naar een nieuwe school.’
Volgens Ruijgrok is de directeur een spin in het web of een schaap met vijf poten. ‘Je bent voor van alles verantwoordelijk en dan kan het ook nog wel eens zo zijn dat je het niet voor iedereen goed doet. Daar moet je mee om kunnen gaan. Dat vraagt wat van je.’
Het lijkt een bijna onmogelijke opgave om directeur te worden op een basisschool. Maar daar denkt Ruijgrok toch anders over. ‘Het is echt een mooie baan. Als je start als schoolleider is het heel belangrijk dat je kennismaakt met het nieuwe team en dat je te vertrouwen bent. Dat mensen weten wat ze aan je hebben en dat je integer bent. Vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard.’ Als het team vertrouwen heeft in de schoolleider, kan hij of zij ook fouten maken. Ruijgrok: ‘Stel dat de directeur vergeten is om een rekening te betalen, waardoor een bestelling vertraging heeft opgelopen. Als een team vertrouwen heeft in de directeur zeggen ze: “O, dat is hij vergeten. Dat kan gebeuren.” Als er weinig of geen vertrouwen is dan zeggen ze: “O, hij is het vergeten. Zie je wel dat hij zijn zaakjes niet goed op orde heeft?”’
Dienend leiderschap
Naast kennismaken met het team is het ook belangrijk dat de nieuwe schoolleider integer is. Dat hij het durft toe te geven als er een fout gemaakt is. Dat hij duidelijk is in wat hij wel of niet kan. Dat hij zich dienend opstelt. ‘Als een directeur zich dienend opstelt, bevordert dat vaak het gedeeld leiderschap. Dan voelt een team zich medeverantwoordelijk en willen ze meedoen in de verbetering van de school’, aldus Ruijgrok. ‘Als je dat weet te bereiken, ben je een goede directeur. Dan mag je fouten maken en hoef je echt niet alles goed te doen. Dan doe je het samen.'